GEDICHT | Aan elke vrouw ©

Aan elke zus die luisterde

Elke moeder die me stevig vasthield

Elke dochter die riep

Elke vriendin die antwoord gaf

Elke geliefde die vurig aanbad

Aan elke vrouw die in dit leven naast mij staat.
Elke vrouw die mij is voorgegaan. En ná mij zal komen.
Ik wil jou bedanken. Ik wil je herinneren. Ik wil jou zeggen. 

Omdat ik weet dat je soms vergeet.
Soms rondjes dwaalt in het doolhof van je gedachten.
Vertoeft in de zorgen van morgen en de krochten van al wat was.
Soms verdrinkt in de emoties die je plots overspoelen.
Die je te pletter doen slaan in de branding van je rauwe werkelijkheid.

Ik weet het en ik wil je herinneren aan de pracht die schuilgaat in de eb van je uitademing en de vloed van jouw tranen.
In de kreten van je buik en de kracht van je dijen.
In de zachtheid van je aanraking.
Het warme avondrood van de blossen die je wangen parmantig kleuren.
Het glimmen van je ogen wanneer je geraakt wordt door datgene wat ertoe doet.

De oceaan aan verandering die keer op keer in je opwelt.
Die je mag omarmen. Koesteren. Aannemen. Verwelkomen. Die jij bent. Die jíj bent.
Tot het schuim op je lippen overloopt en je de strijd met jezelf staakt.
Je gebalde vuisten vol overgave ontvouwen en plaats maken voor een vreugdevol verlangen.
Niet naar een ander maar naar meer van jezelf.

Ik wil je ontdoen van elke overtuiging die jou vertelt hoe te zijn.
Jou doet verstoppen. Kleiner maakt. Schaamt. Beschuldigt.
Je wijsmaakt dat je teveel bent, of juist te weinig.

Want jij weet zonder te weten hoe of waarom.
Jij neemt het onzichtbare waar.
Hetgeen niet wordt uitgesproken, maar wel voelbaar is. 
Jij die werelden beweegt.
Nieuw leven inblaast langs de adem van je  compassievolle borstkas.
Jij voedt de bodem waarop wij dansen.
Jij bent in staat om ijzeren muren te doen smelten. Barsten te helen.
Simpelweg met een aanblik vanuit je diepste waarheid. 

In het stralende middelpunt van jouw universum leeft een onverwoestbare kern.
Helder, onuitwisbaar en alleswetend.
Jij bent. Alle lichtpunten, alle donkerte in het grote kleine sterrenstelsel dat vrouw heet.
Het is een eer om naast je te staan. 

Ik wil je danken. Ik wil je vragen om nooit te vergeten.
Om op te staan en je eigen lied te blijven zingen.
Tot de echo ervan weerkaatst in elke uithoek van onze verloren menselijkheid.
De galm naklinkt als een hoopvolle buiging naar alles waar wij onze ogen nog voor mogen openen.

Jouw gloed is mijn goud.

~Azucena Cuijpers

Gepubliceerd op 8 maart 2021, Copyright 2021 Cuijpers.