INSPIRATIE | Een ode aan de veerkracht in jou ©

Een indrukwekkende levenservaring heeft mij ertoe geïnspireerd om het volgende stuk te schrijven. Recht uit mijn hart, aan jou. Opdat deze woorden ieder van ons, die zich in deze intense periode soms onrustig of moedeloos voelt, mag oplichten in het warme aanschijn van ons eigen kampvuur.

Mijn leven als arts is voorgoed veranderd. Je denkt nu misschien aan de huidige coronapandemie. Niks is minder waar. Parallellen daarentegen in overvloed. Ik neem je daarom graag mee op een bijzondere reis. Een reis via covid-19, dwars door niemandsland en mijn persoonlijke crisis, terug naar jou en ons.

We begeven ons te midden van een mondiale brandhaard die al onze aandacht opslokt. Deze uitdagende omstandigheden zijn bij vele mensen, zeker bij ons als zorgprofessionals, continu top-of- mind. Het nieuwe virus heeft in razendsnel tempo miljoenen lichamen geïnfiltreerd en nam op ongekende schaal ons denken en onze emoties over.
Massaal worden we heen en weer geslingerd tussen rusteloze gedachten en gemengde gevoelens. Een ware stortvloed aan mediaberichten maakt zich meester over ons. In een poging tot enige controle en houvast, draait ons brein non-stop overuren. Onze gezondheid staat immers op het spel en de toegankelijkheid van ons zorgstelsel onder zware druk.

Gevoel of denken, wat laten we de boventoon voeren? Waar luisteren we naar wanneer dit chaotische heen en weer geslinger ons wankel maakt? Hoe creëren we een nieuw zwaartepunt? Op wie en welke cijfers te vertrouwen in dit verwarrende niemandsland waar gebaande paden en evidence-based onderzoek ontbreken?

Een niemandsland waarin we krampachtig blijven grijpen naar de laatste fragmenten van ons oude normaal. Want wat blijft er van mij over als de buitenwereld zoals ik die ooit kende plots wegvalt? Hoe definieer ik mezelf? Waaraan houd ik me vast?
Gestript van sociale zekerheid, financiële middelen en bewegingsruimte rapen we met zoete weemoed de resten op van ons verloren bestaan. Overgeleverd aan bange gedachten, missen we de feloranje stip op onze toekomstige horizon.

We vluchten het liefst zo snel mogelijk weg van deze ongemakkelijke plek. We verlangen terug naar het vertrouwde. Een veilige haven in een kalme zee van emoties, waarin de schepen van ons denken netjes en geordend aangemeerd liggen. Overzichtelijk in vaste structuren en voorspelbaar zoals we gewend zijn. Heerlijk comfortabel, of toch niet?

Nu rijst dan ook de vraag: blijven we ons vastklampen aan de meedogenloze uitsteeksels van dit minuscule organisme? Of kunnen we een stap terug doen om het grotere geheel te aanschouwen? Zijn we in staat dit virus te zien als een splinter in de gapende wond van onze collectieve angst? Een angst voor het onbekende. Een angst om onze disfunctionele schepen te verbranden. Een angst om in alle oprechtheid te kijken naar onszelf en hoe we anders kunnen denken, voelen en handelen.

Een gapende wond die we verwaarloosd hebben en door deze splinter nu pijnlijk blootgelegd wordt. Tot we deze angst volledig erkennen en met chirurgische precisie durven te bekijken, ettert onze wond langzaam door. Met optimale zorg en nieuwsgierigheid kunnen we de splinter wellicht verwijderen en kan de wond helen. Dit is pijnlijk, maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden, nietwaar?

Terug naar waar ik begon, want precies dít heeft mijn leven voorgoed veranderd. Het opmerken en doorleven van een allesoverheersende angst. Een angst voor afwijzing wanneer ik mezelf echt zou laten zien. Een angst om buiten de vastomlijnde medische structuren te tekenen. Een angst voor de ongelofelijke veerkracht die in mij huist als ik besluit het anders te gaan doen.

Toen ik bij die angst kon blijven en alle gewaarwordingen nieuwsgierig en op een afstandje gadesloeg, boetten mijn demonen meer en meer aan kracht in. Het lukte me steeds beter om mijn belemmerende gedachtepatronen en gevoelsreacties te laten zijn voor wat ze zijn; spinsels in het web van mijn sociale, culturele en diepgewortelde conditionering. Ik liet gaan wie ik dacht te zijn of te moeten zijn, om te worden wie ik ben.

Deze angst, die mij van mijn nachtrust beroofde en mij er jarenlang van weerhield om mijn hart te volgen, met een burn-out tot gevolg. Een binnenbrand die maandenlang woedde en alle bekende structuren tot de bodem afbrandde. Zo diep dat ik me weleens afvroeg; is deze verkoolde aarde nog vruchtbaar? Zal hier ooit nog iets groeien?

Een brand die ternauwernood was uitgewoed toen corona ons landje en de wereld in lichter laaie zette. Vol ongeloof bekeek ik met grote ogen de vlammenzee om mij heen en waande mij opnieuw even in niemandsland. Tot ik mij realiseerde; ‘Wat ik zojuist heb doorgemaakt speelt zich in het groot af buiten mij. Samen kunnen wij deze uitdagende periode doorstaan. Na deze donkere nacht breekt onvermijdelijk een nieuwe dag aan.’

Het kantelpunt kwam op een doodgewone woensdagnacht toen ik mezelf vol overgave in de woonkamer op mijn knieën liet zakken. Slapen lukte al maanden niet fatsoenlijk, dat was nu niet anders. Ik sloot de brokstukken van mijn verleden liefdevol in mijn armen. Een moment van totale aanvaarding. Geleidelijk ontstond er een immense ruimte. Een ruimte voor het niet-weten. Niet weten hoe het verder zou gaan. Niet weten wat ik zou kunnen verwachten en hoe. De rook trok langzaam weg en de oerzee maakte plaats voor een kristalhelder bergmeer. Ik ontwaakte te midden van een beeldschoon landschap. Een weldadig groen land vol mogelijkheden, energie en een overvloed aan creativiteit.

Een verandering zo weergaloos dat enkel eraan denken mijn adem beneemt en me met pracht en dankbaarheid vervult. Me tot nederigheid gebiedt en doet huilen van geluk. Een beleving van onbegrensde vrijheid en totale afwezigheid van angst. Ik werd overspoeld door een waarachtige liefde voorbij alles wat ik ooit voor mogelijk had gehouden. Een liefde voor onze menselijke imperfectie en voor hetgeen mij het geschenk van het duister heeft getoond. Eerbiedig buig ik voor de imposante kracht die mij als een feniks uit de as heeft doen herrijzen.

Sinds deze indrukwekkende ervaring ben ik een oase aan rust en een zee aan helderheid rijker.
Het is vanuit deze plek van connectie dat ik elke zorgprofessional, elke schoonmaker, elke werkend en niet-werkend individu, elk mens op het hart wil drukken; jij doet ertoe, jij doet er zo ongelofelijk toe. Jij hebt geen idee hoezeer jíj ertoe doet.

En ik weet het, de boel lijkt soms onveranderlijk, alsof je gevangen zit in een permanente schemertoestand. Echter vertrouw me wanneer ik zeg; datgene wat jij ten diepste bent, schijnt helderder dan de felste supernova aan ons eindeloze firmament. Is waardevoller dan het warmste goud en prachtiger dan het roodroze ochtendgloren dat je zachte ogen sprankelend wakker kust.
Dít is wie jij bent. De rest is ruis. En die ruis, die vraagt jou roezemoezend om een oorverdovende stilte. In het park om de hoek. Op een onbewaakt moment. De minuten voordat je in slaap valt en de ogenblikken dat je net ontwaakt. Kostbare parels om stilletjes te koesteren waarin jij jezelf aandachtig mag bevragen en observeren. Waarin jij het huis van je hart en lijf mag bewonen. Zorgvuldig bepalend wat jij nodig hebt om jouw feloranje stip op de horizon te creëren.

Deze verbinding met onszelf en van daaruit met de ander is waartoe wij uitgenodigd worden, om een nieuw en lichter evenwicht te laten ontstaan. Binnen en buiten de gezondheidszorg. Naast urgentie voel ik daarom bovenal hoop. We krijgen een kans om collectief de verantwoordelijkheid terug te nemen voor onze angst. Stap voor stap. Ieder op zijn eigen tempo. Elkaar de hand toereikend wanneer nodig. Samen in een opwaartse spiraal. Onderweg naar een nieuwe realiteit waarin het oude prachtig verweven is door het tastbare hemelse tapijt van morgen. Een onafscheidelijke en kleurrijke ondergrond waarop de mensheid zich gedragen mag voelen.

Gezamenlijk staan we aan de vooravond van een nieuwe wereld. Een ander tijdperk doet zijn intrede. Een tijdperk waarin naast kennis en ratio ook emoties en een diep innerlijk weten hun plek hebben. Waar wetenschap en spiritualiteit elkaar versterken. Alleen toegankelijk voor diegenen die het oude durven te verliezen en comfortabel kunnen worden in het oncomfortabel zijn. De moed hebben om het nieuwe met een open blik van verwondering te ontmoeten. Want de wereld is een afspiegeling van onszelf. Of wij een afspiegeling van het grotere geheel. Het is maar met welke ogen je het bekijkt.

Covid-19 laat ons zien hoe nietig wij zijn tegenover de grootsheid van onze planetaire biodiversiteit. Stuk voor stuk worden we fysiek uitgedaagd. Mentaal en emotioneel schudt onze psychische voedingsbodem op zijn gebarsten grondvesten. Wij zoeken houvast daar waar geen houvast is. Paradoxaal genoeg worden wij uitgenodigd om houvast te ontlenen aan datgene wat niet vast te houden is. Hetgeen we nimmer kunnen grijpen en ons alleen steun kan bieden, wanneer we bereid zijn om los te laten. Als er iets is wat ik de laatste tijd aan den lijve heb mogen ervaren, is het hoe mateloos veerkrachtig wij zijn. Een onzichtbaar licht doorleeft ons en vergezelt ons overal. Je mag er grenzeloos op vertrouwen dat je met open armen verwelkomd wordt aan de poorten van jouw nieuwe werkelijkheid.

Ga nu, pak mijn hand. De tijd is daar.

Gepubliceerd op 25 november 2020, Copyright 2020 Cuijpers.